Lidwoord voor johannieter
1
de johannieter m
aanwijzend voornaamwoord
deze johannieter, die johannieter
dichtbij deze johannieter
verder weg die johannieter
betrekkelijk voornaamwoord
de johannieter die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun johannieter
onbepaald voornaamwoord
elke johannieter
buigings-e
de grote johannieter, een grote johannieter