Lidwoord voor juni
1
de juni m
aanwijzend voornaamwoord
deze juni, die juni
dichtbij deze juni
verder weg die juni
betrekkelijk voornaamwoord
de juni die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun juni
onbepaald voornaamwoord
elke juni
buigings-e
de grote juni, een grote juni