Lidwoord voor kassucces
1
het kassucces o
aanwijzend voornaamwoord
dit kassucces, dat kassucces
dichtbij dit kassucces
verder weg dat kassucces
betrekkelijk voornaamwoord
het kassucces dat
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, ons, jullie, hun kassucces
onbepaald voornaamwoord
elk kassucces
buigings-e
het grote kassucces, een groot kassucces