Lidwoord voor kerkgeschiedenis
1
de kerkgeschiedenis v
aanwijzend voornaamwoord
deze kerkgeschiedenis, die kerkgeschiedenis
dichtbij deze kerkgeschiedenis
verder weg die kerkgeschiedenis
betrekkelijk voornaamwoord
de kerkgeschiedenis die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun kerkgeschiedenis
onbepaald voornaamwoord
elke kerkgeschiedenis
buigings-e
de grote kerkgeschiedenis, een grote kerkgeschiedenis