Lidwoord voor kerstevangelie
1
het kerstevangelie o
aanwijzend voornaamwoord
dit kerstevangelie, dat kerstevangelie
dichtbij dit kerstevangelie
verder weg dat kerstevangelie
betrekkelijk voornaamwoord
het kerstevangelie dat
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, ons, jullie, hun kerstevangelie
onbepaald voornaamwoord
elk kerstevangelie
buigings-e
het grote kerstevangelie, een groot kerstevangelie