Lidwoord voor klimaatakkoord
1
het klimaatakkoord o
aanwijzend voornaamwoord
dit klimaatakkoord, dat klimaatakkoord
dichtbij dit klimaatakkoord
verder weg dat klimaatakkoord
betrekkelijk voornaamwoord
het klimaatakkoord dat
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, ons, jullie, hun klimaatakkoord
onbepaald voornaamwoord
elk klimaatakkoord
buigings-e
het grote klimaatakkoord, een groot klimaatakkoord