Lidwoord voor koningsmaal
1
het koningsmaal o
aanwijzend voornaamwoord
dit koningsmaal, dat koningsmaal
dichtbij dit koningsmaal
verder weg dat koningsmaal
betrekkelijk voornaamwoord
het koningsmaal dat
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, ons, jullie, hun koningsmaal
onbepaald voornaamwoord
elk koningsmaal
buigings-e
het grote koningsmaal, een groot koningsmaal