Lidwoord voor koopkracht
1
de koopkracht v(m)
aanwijzend voornaamwoord
deze koopkracht, die koopkracht
dichtbij deze koopkracht
verder weg die koopkracht
betrekkelijk voornaamwoord
de koopkracht die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun koopkracht
onbepaald voornaamwoord
elke koopkracht
buigings-e
de grote koopkracht, een grote koopkracht