Lidwoord voor kredietbeoordelaar
1
de kredietbeoordelaar m
aanwijzend voornaamwoord
deze kredietbeoordelaar, die kredietbeoordelaar
dichtbij deze kredietbeoordelaar
verder weg die kredietbeoordelaar
betrekkelijk voornaamwoord
de kredietbeoordelaar die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun kredietbeoordelaar
onbepaald voornaamwoord
elke kredietbeoordelaar
buigings-e
de grote kredietbeoordelaar, een grote kredietbeoordelaar