Lidwoord voor kristalsuiker
1
de kristalsuiker m
aanwijzend voornaamwoord
deze kristalsuiker, die kristalsuiker
dichtbij deze kristalsuiker
verder weg die kristalsuiker
betrekkelijk voornaamwoord
de kristalsuiker die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun kristalsuiker
onbepaald voornaamwoord
elke kristalsuiker
buigings-e
de grote kristalsuiker, een grote kristalsuiker