Lidwoord voor kruis

1

het kruis o

aanwijzend voornaamwoord
dit kruis, dat kruis

dichtbij dit kruis

verder weg dat kruis

betrekkelijk voornaamwoord
het kruis dat
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, ons, jullie, hun kruis
onbepaald voornaamwoord
elk kruis
buigings-e
het grote kruis, een groot kruis

Woorden die lijken op kruis