Lidwoord voor landbouwplastic
1
het landbouwplastic o
aanwijzend voornaamwoord
dit landbouwplastic, dat landbouwplastic
dichtbij dit landbouwplastic
verder weg dat landbouwplastic
betrekkelijk voornaamwoord
het landbouwplastic dat
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, ons, jullie, hun landbouwplastic
onbepaald voornaamwoord
elk landbouwplastic
buigings-e
het grote landbouwplastic, een groot landbouwplastic