Lidwoord voor landhonger
1
de landhonger m
aanwijzend voornaamwoord
deze landhonger, die landhonger
dichtbij deze landhonger
verder weg die landhonger
betrekkelijk voornaamwoord
de landhonger die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun landhonger
onbepaald voornaamwoord
elke landhonger
buigings-e
de grote landhonger, een grote landhonger