Lidwoord voor leefpatroon

1

het leefpatroon o

aanwijzend voornaamwoord
dit leefpatroon, dat leefpatroon

dichtbij dit leefpatroon

verder weg dat leefpatroon

betrekkelijk voornaamwoord
het leefpatroon dat
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, ons, jullie, hun leefpatroon
onbepaald voornaamwoord
elk leefpatroon
buigings-e
het grote leefpatroon, een groot leefpatroon

Woorden die lijken op leefpatroon