Lidwoord voor leesplezier
1
het leesplezier o
aanwijzend voornaamwoord
dit leesplezier, dat leesplezier
dichtbij dit leesplezier
verder weg dat leesplezier
betrekkelijk voornaamwoord
het leesplezier dat
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, ons, jullie, hun leesplezier
onbepaald voornaamwoord
elk leesplezier
buigings-e
het grote leesplezier, een groot leesplezier