Lidwoord voor lei
1
de lei meervoud
munteenheid
aanwijzend voornaamwoord
deze lei, die lei
dichtbij deze lei
verder weg die lei
betrekkelijk voornaamwoord
de lei die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun lei
onbepaald voornaamwoord
elke lei
buigings-e
de grote lei, een grote lei
2
het lei o
leisteen
aanwijzend voornaamwoord
dit lei, dat lei
dichtbij dit lei
verder weg dat lei
betrekkelijk voornaamwoord
het lei dat
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, ons, jullie, hun lei
onbepaald voornaamwoord
elk lei
buigings-e
het grote lei, een groot lei
3
de lei v(m)
plaat, teugel
aanwijzend voornaamwoord
deze lei, die lei
dichtbij deze lei
verder weg die lei
betrekkelijk voornaamwoord
de lei die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun lei
onbepaald voornaamwoord
elke lei
buigings-e
de grote lei, een grote lei