Lidwoord voor levensmiddelenbedrijf
1
het levensmiddelenbedrijf o
aanwijzend voornaamwoord
dit levensmiddelenbedrijf, dat levensmiddelenbedrijf
dichtbij dit levensmiddelenbedrijf
verder weg dat levensmiddelenbedrijf
betrekkelijk voornaamwoord
het levensmiddelenbedrijf dat
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, ons, jullie, hun levensmiddelenbedrijf
onbepaald voornaamwoord
elk levensmiddelenbedrijf
buigings-e
het grote levensmiddelenbedrijf, een groot levensmiddelenbedrijf