Lidwoord voor leverpatiënt
1
de leverpatiënt m
aanwijzend voornaamwoord
deze leverpatiënt, die leverpatiënt
dichtbij deze leverpatiënt
verder weg die leverpatiënt
betrekkelijk voornaamwoord
de leverpatiënt die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun leverpatiënt
onbepaald voornaamwoord
elke leverpatiënt
buigings-e
de grote leverpatiënt, een grote leverpatiënt