Lidwoord voor licentiaat
1
de licentiaat m
academicus
aanwijzend voornaamwoord
deze licentiaat, die licentiaat
dichtbij deze licentiaat
verder weg die licentiaat
betrekkelijk voornaamwoord
de licentiaat die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun licentiaat
onbepaald voornaamwoord
elke licentiaat
buigings-e
de grote licentiaat, een grote licentiaat
2
het licentiaat o
graad, licentie
aanwijzend voornaamwoord
dit licentiaat, dat licentiaat
dichtbij dit licentiaat
verder weg dat licentiaat
betrekkelijk voornaamwoord
het licentiaat dat
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, ons, jullie, hun licentiaat
onbepaald voornaamwoord
elk licentiaat
buigings-e
het grote licentiaat, een groot licentiaat