Lidwoord voor lichaamstaal
1
de lichaamstaal v(m)
aanwijzend voornaamwoord
deze lichaamstaal, die lichaamstaal
dichtbij deze lichaamstaal
verder weg die lichaamstaal
betrekkelijk voornaamwoord
de lichaamstaal die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun lichaamstaal
onbepaald voornaamwoord
elke lichaamstaal
buigings-e
de grote lichaamstaal, een grote lichaamstaal