Lidwoord voor linoleum
1
het/de linoleum o+m
aanwijzend voornaamwoord
dit linoleum, dat linoleum
dichtbij dit linoleum
verder weg dat linoleum
betrekkelijk voornaamwoord
het linoleum dat
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, ons, jullie, hun linoleum
onbepaald voornaamwoord
elk linoleum
buigings-e
het grote linoleum, een groot linoleum
aanwijzend voornaamwoord
deze linoleum, die linoleum
dichtbij deze linoleum
verder weg die linoleum
betrekkelijk voornaamwoord
de linoleum die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun linoleum
onbepaald voornaamwoord
elke linoleum
buigings-e
de grote linoleum, een grote linoleum