Lidwoord voor luit
1
de luit m
luitenant
aanwijzend voornaamwoord
deze luit, die luit
dichtbij deze luit
verder weg die luit
betrekkelijk voornaamwoord
de luit die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun luit
onbepaald voornaamwoord
elke luit
buigings-e
de grote luit, een grote luit
2
de luit v(m)
tokkelinstrument
aanwijzend voornaamwoord
deze luit, die luit
dichtbij deze luit
verder weg die luit
betrekkelijk voornaamwoord
de luit die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun luit
onbepaald voornaamwoord
elke luit
buigings-e
de grote luit, een grote luit