Lidwoord voor maneschijn
1
de maneschijn m
aanwijzend voornaamwoord
deze maneschijn, die maneschijn
dichtbij deze maneschijn
verder weg die maneschijn
betrekkelijk voornaamwoord
de maneschijn die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun maneschijn
onbepaald voornaamwoord
elke maneschijn
buigings-e
de grote maneschijn, een grote maneschijn