Lidwoord voor manoeuvre
1
de/het manoeuvre v(m)+o
aanwijzend voornaamwoord
deze manoeuvre, die manoeuvre
dichtbij deze manoeuvre
verder weg die manoeuvre
betrekkelijk voornaamwoord
de manoeuvre die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun manoeuvre
onbepaald voornaamwoord
elke manoeuvre
buigings-e
de grote manoeuvre, een grote manoeuvre
aanwijzend voornaamwoord
dit manoeuvre, dat manoeuvre
dichtbij dit manoeuvre
verder weg dat manoeuvre
betrekkelijk voornaamwoord
het manoeuvre dat
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, ons, jullie, hun manoeuvre
onbepaald voornaamwoord
elk manoeuvre
buigings-e
het grote manoeuvre, een groot manoeuvre