Lidwoord voor marihuana
1
de marihuana v(m)
aanwijzend voornaamwoord
deze marihuana, die marihuana
dichtbij deze marihuana
verder weg die marihuana
betrekkelijk voornaamwoord
de marihuana die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun marihuana
onbepaald voornaamwoord
elke marihuana
buigings-e
de grote marihuana, een grote marihuana