Lidwoord voor mark

1

de mark m

munteenheid
aanwijzend voornaamwoord
deze mark, die mark

dichtbij deze mark

verder weg die mark

betrekkelijk voornaamwoord
de mark die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun mark
onbepaald voornaamwoord
elke mark
buigings-e
de grote mark, een grote mark
2

de mark v(m)

grensgebied
aanwijzend voornaamwoord
deze mark, die mark

dichtbij deze mark

verder weg die mark

betrekkelijk voornaamwoord
de mark die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun mark
onbepaald voornaamwoord
elke mark
buigings-e
de grote mark, een grote mark

Woorden die lijken op mark