Lidwoord voor markies
1
de markies m
edelman
aanwijzend voornaamwoord
deze markies, die markies
dichtbij deze markies
verder weg die markies
betrekkelijk voornaamwoord
de markies die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun markies
onbepaald voornaamwoord
elke markies
buigings-e
de grote markies, een grote markies
2
de markies v(m)
zonnescherm
aanwijzend voornaamwoord
deze markies, die markies
dichtbij deze markies
verder weg die markies
betrekkelijk voornaamwoord
de markies die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun markies
onbepaald voornaamwoord
elke markies
buigings-e
de grote markies, een grote markies