Lidwoord voor mathematicus
1
de mathematicus m
aanwijzend voornaamwoord
deze mathematicus, die mathematicus
dichtbij deze mathematicus
verder weg die mathematicus
betrekkelijk voornaamwoord
de mathematicus die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun mathematicus
onbepaald voornaamwoord
elke mathematicus
buigings-e
de grote mathematicus, een grote mathematicus