Lidwoord voor menuet
1
het/de menuet o+m
aanwijzend voornaamwoord
dit menuet, dat menuet
dichtbij dit menuet
verder weg dat menuet
betrekkelijk voornaamwoord
het menuet dat
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, ons, jullie, hun menuet
onbepaald voornaamwoord
elk menuet
buigings-e
het grote menuet, een groot menuet
aanwijzend voornaamwoord
deze menuet, die menuet
dichtbij deze menuet
verder weg die menuet
betrekkelijk voornaamwoord
de menuet die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun menuet
onbepaald voornaamwoord
elke menuet
buigings-e
de grote menuet, een grote menuet