Lidwoord voor merkentrouw
1
de merkentrouw v(m)
aanwijzend voornaamwoord
deze merkentrouw, die merkentrouw
dichtbij deze merkentrouw
verder weg die merkentrouw
betrekkelijk voornaamwoord
de merkentrouw die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun merkentrouw
onbepaald voornaamwoord
elke merkentrouw
buigings-e
de grote merkentrouw, een grote merkentrouw