Lidwoord voor zakenvrouw
1
de zakenvrouw v
aanwijzend voornaamwoord
deze zakenvrouw, die zakenvrouw
dichtbij deze zakenvrouw
verder weg die zakenvrouw
betrekkelijk voornaamwoord
de zakenvrouw die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun zakenvrouw
onbepaald voornaamwoord
elke zakenvrouw
buigings-e
de grote zakenvrouw, een grote zakenvrouw