Lidwoord voor minimum
1
het minimum o
aanwijzend voornaamwoord
dit minimum, dat minimum
dichtbij dit minimum
verder weg dat minimum
betrekkelijk voornaamwoord
het minimum dat
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, ons, jullie, hun minimum
onbepaald voornaamwoord
elk minimum
buigings-e
het grote minimum, een groot minimum