Lidwoord voor mondhygiëne
1
de mondhygiëne v(m)
aanwijzend voornaamwoord
deze mondhygiëne, die mondhygiëne
dichtbij deze mondhygiëne
verder weg die mondhygiëne
betrekkelijk voornaamwoord
de mondhygiëne die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun mondhygiëne
onbepaald voornaamwoord
elke mondhygiëne
buigings-e
de grote mondhygiëne, een grote mondhygiëne