Lidwoord voor muil
1
de muil m
bek, mond
aanwijzend voornaamwoord
deze muil, die muil
dichtbij deze muil
verder weg die muil
betrekkelijk voornaamwoord
de muil die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun muil
onbepaald voornaamwoord
elke muil
buigings-e
de grote muil, een grote muil
2
de muil v(m)
pantoffel
aanwijzend voornaamwoord
deze muil, die muil
dichtbij deze muil
verder weg die muil
betrekkelijk voornaamwoord
de muil die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun muil
onbepaald voornaamwoord
elke muil
buigings-e
de grote muil, een grote muil