Lidwoord voor muziekje
1
het muziekje o
aanwijzend voornaamwoord
dit muziekje, dat muziekje
dichtbij dit muziekje
verder weg dat muziekje
betrekkelijk voornaamwoord
het muziekje dat
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, ons, jullie, hun muziekje
onbepaald voornaamwoord
elk muziekje
buigings-e
het grote muziekje, een groot muziekje