Lidwoord voor natriumbicarbonaat

1

het natriumbicarbonaat o

aanwijzend voornaamwoord
dit natriumbicarbonaat, dat natriumbicarbonaat

dichtbij dit natriumbicarbonaat

verder weg dat natriumbicarbonaat

betrekkelijk voornaamwoord
het natriumbicarbonaat dat
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, ons, jullie, hun natriumbicarbonaat
onbepaald voornaamwoord
elk natriumbicarbonaat
buigings-e
het grote natriumbicarbonaat, een groot natriumbicarbonaat

Woorden die lijken op natriumbicarbonaat