Lidwoord voor nevelkamer
1
de nevelkamer v(m)
aanwijzend voornaamwoord
deze nevelkamer, die nevelkamer
dichtbij deze nevelkamer
verder weg die nevelkamer
betrekkelijk voornaamwoord
de nevelkamer die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun nevelkamer
onbepaald voornaamwoord
elke nevelkamer
buigings-e
de grote nevelkamer, een grote nevelkamer