Lidwoord voor nieuwjaarsrede
1
de nieuwjaarsrede v(m)
aanwijzend voornaamwoord
deze nieuwjaarsrede, die nieuwjaarsrede
dichtbij deze nieuwjaarsrede
verder weg die nieuwjaarsrede
betrekkelijk voornaamwoord
de nieuwjaarsrede die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun nieuwjaarsrede
onbepaald voornaamwoord
elke nieuwjaarsrede
buigings-e
de grote nieuwjaarsrede, een grote nieuwjaarsrede