Lidwoord voor noordpoolgebied

1

het noordpoolgebied o

aanwijzend voornaamwoord
dit noordpoolgebied, dat noordpoolgebied

dichtbij dit noordpoolgebied

verder weg dat noordpoolgebied

betrekkelijk voornaamwoord
het noordpoolgebied dat
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, ons, jullie, hun noordpoolgebied
onbepaald voornaamwoord
elk noordpoolgebied
buigings-e
het grote noordpoolgebied, een groot noordpoolgebied

Woorden die lijken op noordpoolgebied