Lidwoord voor omroepbijdrage
1
de omroepbijdrage v(m)
aanwijzend voornaamwoord
deze omroepbijdrage, die omroepbijdrage
dichtbij deze omroepbijdrage
verder weg die omroepbijdrage
betrekkelijk voornaamwoord
de omroepbijdrage die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun omroepbijdrage
onbepaald voornaamwoord
elke omroepbijdrage
buigings-e
de grote omroepbijdrage, een grote omroepbijdrage