Lidwoord voor ondernemingsplan
1
het ondernemingsplan o
aanwijzend voornaamwoord
dit ondernemingsplan, dat ondernemingsplan
dichtbij dit ondernemingsplan
verder weg dat ondernemingsplan
betrekkelijk voornaamwoord
het ondernemingsplan dat
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, ons, jullie, hun ondernemingsplan
onbepaald voornaamwoord
elk ondernemingsplan
buigings-e
het grote ondernemingsplan, een groot ondernemingsplan