Lidwoord voor ontvoerder
1
de ontvoerder m
aanwijzend voornaamwoord
deze ontvoerder, die ontvoerder
dichtbij deze ontvoerder
verder weg die ontvoerder
betrekkelijk voornaamwoord
de ontvoerder die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun ontvoerder
onbepaald voornaamwoord
elke ontvoerder
buigings-e
de grote ontvoerder, een grote ontvoerder