Lidwoord voor oogschaduw
1
de oogschaduw v(m)
aanwijzend voornaamwoord
deze oogschaduw, die oogschaduw
dichtbij deze oogschaduw
verder weg die oogschaduw
betrekkelijk voornaamwoord
de oogschaduw die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun oogschaduw
onbepaald voornaamwoord
elke oogschaduw
buigings-e
de grote oogschaduw, een grote oogschaduw