Lidwoord voor opaal
1
het opaal o
edelgesteente
aanwijzend voornaamwoord
dit opaal, dat opaal
dichtbij dit opaal
verder weg dat opaal
betrekkelijk voornaamwoord
het opaal dat
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, ons, jullie, hun opaal
onbepaald voornaamwoord
elk opaal
buigings-e
het grote opaal, een groot opaal
2
de opaal m
edelsteen
aanwijzend voornaamwoord
deze opaal, die opaal
dichtbij deze opaal
verder weg die opaal
betrekkelijk voornaamwoord
de opaal die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun opaal
onbepaald voornaamwoord
elke opaal
buigings-e
de grote opaal, een grote opaal