Lidwoord voor orakel
1
het orakel o
aanwijzend voornaamwoord
dit orakel, dat orakel
dichtbij dit orakel
verder weg dat orakel
betrekkelijk voornaamwoord
het orakel dat
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, ons, jullie, hun orakel
onbepaald voornaamwoord
elk orakel
buigings-e
het grote orakel, een groot orakel