Lidwoord voor ouderschapsverlof
1
het ouderschapsverlof o
aanwijzend voornaamwoord
dit ouderschapsverlof, dat ouderschapsverlof
dichtbij dit ouderschapsverlof
verder weg dat ouderschapsverlof
betrekkelijk voornaamwoord
het ouderschapsverlof dat
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, ons, jullie, hun ouderschapsverlof
onbepaald voornaamwoord
elk ouderschapsverlof
buigings-e
het grote ouderschapsverlof, een groot ouderschapsverlof