Lidwoord voor pieterman
1
de pieterman m
aanwijzend voornaamwoord
deze pieterman, die pieterman
dichtbij deze pieterman
verder weg die pieterman
betrekkelijk voornaamwoord
de pieterman die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun pieterman
onbepaald voornaamwoord
elke pieterman
buigings-e
de grote pieterman, een grote pieterman