Lidwoord voor plakker
1
de plakker m
papiertje
aanwijzend voornaamwoord
deze plakker, die plakker
dichtbij deze plakker
verder weg die plakker
betrekkelijk voornaamwoord
de plakker die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun plakker
onbepaald voornaamwoord
elke plakker
buigings-e
de grote plakker, een grote plakker
2
de plakker m
gast
aanwijzend voornaamwoord
deze plakker, die plakker
dichtbij deze plakker
verder weg die plakker
betrekkelijk voornaamwoord
de plakker die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun plakker
onbepaald voornaamwoord
elke plakker
buigings-e
de grote plakker, een grote plakker