Lidwoord voor probleemdrinker
1
de probleemdrinker m
aanwijzend voornaamwoord
deze probleemdrinker, die probleemdrinker
dichtbij deze probleemdrinker
verder weg die probleemdrinker
betrekkelijk voornaamwoord
de probleemdrinker die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun probleemdrinker
onbepaald voornaamwoord
elke probleemdrinker
buigings-e
de grote probleemdrinker, een grote probleemdrinker