Lidwoord voor profeet
1
de profeet m
aanwijzend voornaamwoord
deze profeet, die profeet
dichtbij deze profeet
verder weg die profeet
betrekkelijk voornaamwoord
de profeet die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun profeet
onbepaald voornaamwoord
elke profeet
buigings-e
de grote profeet, een grote profeet